Het is bijna exact 7 jaar geleden dat ik met volle overtuiging een nestkastje hing aan de zijkant van het balkon op mijn appartement. De bedoeling en vooral de hoop was er dat een mus of meesachtige er zijn nestje ging bouwen en een gezinnetje stichten. De moed zonk mij figuurlijk al vlug in de schoenen toen ik merkte dat het luxe hotel geen interesse kon opwekken bij de lokaal gesnavelde fluiters. De ontgoocheling was zelfs zo “groot”, en ik overdrijf nu een beetje, dat ik er zelfs destijds een blogje over heb geschreven. Mocht het je boeien voor je verder leest aan dit huidige schrijfsel, dan kan je deze hier even nalezen.

Maar goed, we zijn dus 7 jaar later, en jawel … eindelijk … ik herhaal EINDELIJK, heeft een koolmeesje mijn nestkast dus ontdekt! Ook al was er even wat twijfel welk soort mees het concreet was, ben ik het nu vrijwel zeker dat het effectief om een koolmeesje gaat. Die vliegende verenbollen manoeuvreren bliksemsnel moet je weten, en aangezien ik niet te dicht aan het venster wil loeren om ze niet af te schrikken, moet ik vanop afstand een beetje mijn diagnose stellen. Er bestaan eigenlijk, na wat research online, veel meer soorten mezen dan je zou denken, maar zoals ik al schreef, geloof ik wel dat het om een koolmeesje gaat, de meest voorkomende soort eigenlijk.

De eerste keer dat ik het diertje spotte was pakweg 14 dagen terug, toen ik vanuit mijn zetel opeens gefladder rond het nestkastje waarnam. Op en af zag ik sporadisch meneer of mevrouw mees het nestkastje in en uitkomen, en ik moet bekennen, het bracht me toch wel een gemeend moment van geluk. Eventjes werd het weer rustig qua activiteit en zag ik ze een poosje niet meer, maar sinds gisteren is er opnieuw grote bedrijvigheid waar te nemen. Takjes worden af en aan gevoerd, de slechte worden uit het kastje gegooid, en om even uit te rusten smullen ze van de “graantjesbol” dat ik ter gelegenheid aan het nestkastje heb bevestigd. Dankjewel aan mijn nonkel trouwens dat ik enkele mezenbollen heb gekregen. 🙂

Ja, het is stom eh, dat een mens zich aan zulke dingen een beetje moet optrekken. Na al het verdriet dat ik ervaren heb de laatste 2 jaar bijna, maakt dit soort me dingen me nu effectief blij. Gewoon het feit dat er in het nestkastje (hopelijk) nieuw leven zal ontstaan in de vorm van kleine rozige hulploze wezentjes, geeft me ergens een feel food vibe. Die 7 jaar geduld zijn hopelijk niet voor niets geweest, maar ik zal wel zien hoe het verloopt.

Nu maar hopen dat de baby’tjes, als die er komen, niet teveel zullen schreien, want ik heb totaal geen ervaring met babysitten. 🙂

Opmerking: Voordat iemand me een proces aansmeert i.v.m. schunnig taalgebruik in de titel, kan ik even melden dat het woordje “tit” in het Engels dus “mees” wil bedoelen. Enfin, zo weet je dit ook maar weer.


Bron afbeelding: John – 16/03/2024

Doe mee met de conversatie

2 reacties

  1. Zalig hé om te zien dat ze een thuis hebben om rustig hun nestje te bouwen. En nu wachten tot de kleintjes komen piepen en het geeft wat rust om ze bezig te zien hoe ze af en aan vliegen om dan eten te brengen naar hun kroost .je geduld zal beloond worden

  2. Wel, ik heb altijd wat het ongemak dat ze niet meer gaan komen, maar vanmorgen voordat ik naar mijn werk vertrok zag ik mama en papa mees weer druk bezig, das nu al een paar weekjes zo, dat ik ze niet zie, maar dan opeens grote bedrijvigheid. Ik ben benieuwd! ☺️

Geef een reactie

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.