Het meisje aan de kassa in de supermarkt zei met een guitige onschuld vriendelijk hallo, lachte spontaan én enthousiast vanachter haar mondmasker en kreeg zowaar pretlichtjes in de ogen. Dat heeft ze wel vaker in haar ogen, heb ik gemerkt, die zogenaamde pretlichtjes. Zelfs wanneer ik ze net niet met mijn kadaver omver loop wanneer ze rekken aan het vullen is zegt ze quasi altijd spontaan “hallo” gevolgd door een welbekende West-Vlaamse “oe ist?”.
Waarom ze überhaupt nog een mondmasker draagt is me een raadsel. Corona is, tot zover ik weet, voorbij en mocht ze hondsdolheid hebben dan zou dat mondmasker bij een potentiële aanval van haar kant me zeker niet beschermen. Een vrouwelijke versie van Hannibal Lecter lijkt ze me gelukkig nu ook niet bepaald, en toegegeven een afgrijselijke aanblik heeft ze evenmin. Ik ben hetero nietwaar.
“Lang geleden dat ik je hier nog eens gezien heb!”, zei ze lachend. Ja lief kind, 3 maanden, … inderdaad en je zou es moeten weten waarom. Had ik kunnen zeggen. Maar aangezien onze korte conversatie de laatste keer ging over het feit dat ze haar ecocheques nog niet had ontvangen van haar professionele meerdere, leek me dit nu niet bepaald een goede respons van mijn kant. Het is ook niet zo dat je aan de kassa van een supermarkt lange conversaties kunt houden. Ook al ben ik daar ten gepaste tijde altijd wel voor te vinden, zogenaamde smalltalk is the only way to go.
Die ecocheques, nu ik het er toch over heb, waren trouwens het toegangsticket om mijn persoontje in haar geheugen te laten hangen. John had destijds een bataljon aan papieren ecocheques en ik heb ze allemaal, weken aan een stuk, aan haar kassa opgesoupeerd. Telkens ik mijn proviand op de kassaband (bestaat dat woordje eigenlijk? … nah, doet er niet toe) dropte, moest ze lachen toen ik mijn envelopje met ecocheques tevoorschijn toverde. Ecocheques zijn, en dat meen ik serieus, een vergiftigd geschenk volgens mij. Je krijgt ze, ze zijn geld waard en je moet ze zien uit te geven tegen een deadline of je loopt x-aantal Euro mis. Maar als het ervoor zorgt dat je bij iemand in het geheugen blijft hangen, dan ben ik die ecocheques opeens iets meer dankbaar.
Wat mijn antwoord naar haar toe was hoor ik je hardop denken? Ah, haal je maar niks in je hoofd hoor. Het is niet omdat het bijna Valentijn is, dat ik hier een killer love story aan het neerkribbelen ben. Mijn womanizerskills zijn nooit echt uitmuntend geweest helaas. Eerlijkheidshalve zijn dit soort dingen nu écht wel het laatste van mijn gedachten. Ook al had je misschien gehoopt dat het net het tegenovergestelde zou zijn, toch moet ik je in dit schrijfsel wat teleurstellen.
Maar, en dat meen ik nu eens uit het diepste van mijn hart, ik was toch blij haar nog eens te zien. Onze babbels duren logischerwijze nooit lang, en ook al is ze naar alle waarschijnlijkheid 20 jaar jonger dan mijzelf, en zullen de conversaties nooit verder gaan dan dat, een denkbeeldige smile in mijn gedachten toveren doet ze wel.
Stap voor stap begin ik me weer normaal te voelen, en daar ben ik nog het meeste blij om. Het zijn geen gemakkelijke maanden voor me geweest, maar ik merk dat ik méér en méér begin te genieten van kleine dingetjes in het leven. Hoe banaal ze ook mogen zijn momenteel.
Dankjewel aan het meisje aan de kassa met de pretlichtjes in de ogen.
Bron afbeelding: Pexels