“I must be getting older, I’m starting to eat my vegetables”.
Clean up Before She Comes – Nirvana (1987-1988 demo)
Ik zal er waarschijnlijk niet ver naast zitten als ik wederom claim dat je eerst een zondaar dient te zijn geweest alvorens je de ambitie koestert om een heilige te worden. Interessant,… wat is heilig en wat is zonde. Volg mijn raad, breek er je hoofd maar niet te lang over en interpreteer die stelling zéér algemeen.
Ik betrap er mij méér en méér op dat ik een vleugje klassieke muziek best wel weet te appreciëren. Er mij echt grondig in verdiepen zal ik waarschijnlijk nooit doen. Vraag me ook geen uitvoerders of titels want dan val ik beslist door de mand. Alhoewel ik verre van warm loop van opera, begin ik vaker te appreciëren wat ik destijds als een zeker snobisme had aanzien. Snobisme in die zin dat klassieke muziek (in mijn ogen) voor saaie, oudere, welvarende geletterde mensen was bestemd die in hun ivoren toren zaten te filosoferen terwijl ze in hun dure zetel aan het haardvuur met een walsend glaasje brandy in de hand aan het wegdromen waren.
Het schrijven voert me opeens naar een herinnering RUIM 10 jaar terug. Ik was destijds uitgenodigd om een concert bij te wonen van Toots Thielemans. Een vleugje cultuur kan nooit kwaad, en alhoewel ik nu niet bepaald een persoon ben die warm loopt van de cultuur van Jantje Smit, was ik nu ook niet echt bepaald fan van meneer Thielemans. Ja, het enige wat ik kende was de introsong van de serie “Baantjer”, maar daarmee vertel ik ook geen nieuwtje want die intro kent haast iedereen…toch?
Enfin, John zat dus in het cultureel centrum van Roeselare (De Spil), en ik weet nog dat ik tijdens het cultuurbad de gedachte had van “naar wat zit ik hier in godsnaam te luisteren”. Meneer Toots blies op zijn mondharmonica en zwaaide spastisch met de benen en lachte om zijn eigen grapjes terwijl ik amper mijn mondhoeken kon vervormen. Mijn gedachten fantaseerden dat de grijze man met de gigantische nerdbril opeens van zijn tabouretje ging vallen met een nijpend ademhalingsprobleem. Welke pillen slik je en waar kan ik ze kopen, moet ik toen vast en zeker gedacht hebben. Na afloop van het concert deelde een weliswaar vriendelijke, oudere dame naast me met véél enthousiasme mee dat “perfectie weldegelijk bestaat”. Alsjeblieft madam, dacht ik dus eh, perfectie is hoe dat jij het interpreteert en ik vond het echt wel sucken. Dat woordje “sucken” was typisch voor mensen van mijn leeftijd en nu gebruik ik het nog amper. Wat voor haar perfect was, was voor mij een onverbloemde marteling voor het gehoor. Een minutenlange kwelling van ongecontroleerde klanken met hoogtes en met laagtes waar ik uiteindelijk rien de knots van begreep.
Kurt Cobain was destijds, en is nu nog altijd trouwens, mijn culturele held op muzikaal niveau. Voor mij was/is dat de perfectie. Vrij recent eigenlijk moest ik aan die kleine quote uit dat ene (vrij onbekend liedje) van hem denken. Vreemd, maar nu zou ik dat concert van Toots Thielemans misschien anders gaan bekijken. Perfectie is immers fictie weet je.