Op een verwaaide keer was ik geland in Wenduine. Gewoonweg om eens te wandelen en om eens na te denken. Nu ja, “eens nadenken”, dat doe ik eigenlijk de ganse tijd hoor. Er is een reden waarom ik zoveel schrijf nietwaar. 😉

Wenduine, een relatief rustige badplaats waar je tijdens het kuieren nog net niet moet slalommen voor obstakels zoals honden fecaliën en half gemarmerd softijs op de grond. Je bent er zonder je het goed en wel door hebt wat voorbij gecruised, en ook al word je er niet door gocarts van de sokken gereden, z’n charme heeft het wel.

Ik hield op die verwaaide keer, ja ik herhaal dit woordje nog eens want het waaide toen behoorlijk, halt in een restaurant/brasserie om wat te smikkelen. Het was rond het middaguur geworden en aangezien ik toch wel op enige regelmaat gesteld ben, leek het opportuun de inwendige mens aandacht te schenken.

“Hallo meneer!” zei de uitbater, die samen met zijn zus de keet open hield. An sich niet zo geheel speciaal, want vriendelijkheid in de horeca heeft nog nooit iemand fout opgenomen volgens mij. Je moet echter wel weten, om dit schrijfsel te begrijpen, dat de uitbater de neiging had om het woordje “meneer” overvloedig in de mond te nemen met een zeer typerende, specifiek enthousiaste manier.

“Zeker meneer”, “alstublief meneer”, “smakelijk meneer”, “was alles naar wens meneer”, … en zo kan ik nog wel een poosje doorgaan. Wat de naam van de brasserie is, dat zijn naam ontleend aan een Brits koningszoon, zal ik je niet verklappen. Er moeten voor jou, de lezer van dit schrijfsel, nog iets van ontdekkingsmogelijkheden zijn nietwaar.

Vrij recent was ik op een zondag de balustrades van mijn appartement wat aan het schoonmaken. De aluminium omheining, wat een tikkeltje mee heeft van de hekken uit de film Jurassic Park, waren bijzonder groen geworden en meneer John kon het niet meer aanzien. Vol goede moed begon ik deze schoon te maken tot opeens uit de verte een schelle kinderstem weergalmde met dezelfde woorden: “hallo meneer!”.

Nee het was vanzelfsprekend niet die kerel uit Wenduine, maar een klein meisje dat buiten in de tuin aan het spelen was. Dat zie je niet zoveel meer, een kind dat effectief buiten speelt. Naar verluid is de hedendaagse jeugd meer bezig met hun tablet en afgeleiden heb ik me laten wijsmaken. Enfin, het meisje stond te zwaaien en wat doet een kindvriendelijke mens dan? Juist! Terugzwaaien natuurlijk.

What-a-misteikah-to-meikah, want het kleine meisje had er wel pret in en verstopte zich in de tuin en riep om de haverklap “hallo meneer!” met bijhorend handgezwaai dus. Het deed me even denken (zie je wel dat ik veel nadenk) aan het scenario dat ik vaak meemaak met de kleine Sara, het dochtertje van mijn zus. John tilt Sara op, houdt ze in een horizontale positie en maakt vliegmachien geluiden terwijl je schaterlacht. Eens je dit doet, ja dan hang je er eigenlijk wel aan vast. Dan wordt die éénmalige ingeving van het moment een noodzakelijke actie tot je armen beginnen te protesteren. In het geval met het zwaaien naar het meisje dat ik van toeten of van blazen* ken, was dit niet anders vrees ik. 🙃


*Toeten of van blazen [toe-nh of van bloah-zun] / Een West-Vlaamse volksmonduitdrukking om aan te geven dat je iemand totaal niet kent. Noch van horen noch van zien dus. Ik vermoed, en ik kan het best wel aannemen eigenlijk, dat de uitdrukking stamt uit de tijd van de stoomtreinen en van mannen met een art deco snor incl. bakkebaarden die nooit mochten glimlachen op de foto.


Bron afbeelding: zelf gefotografeerd, samen met mijn moeder naast me, op 2 januari 2022 omstreeks 14u48, in Wenduine. 😥

Geef een reactie

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.