Weetje, het is van papa 10 maanden en van mama 6 maanden geleden dat ze ons verlieten. Ik heb er op mijn blog al héél wat over geschreven, zoveel zelfs dat het ook voor mij op een gegeven ogenblik wat toxic begon aan te voelen om telkens weer opnieuw een schrijfsel neer te pennen over het onderwerp. Ik voelde me op een bepaald ogenblik figuurlijk gesproken als een zatlap die aan de toog altijd maar over het verleden zat te ouwehoeren en ondertussen enkele shotjes tot zich zat te nemen. Toegegeven, dat zijn de type mensen dat ik ook probeer te vermijden in het echte leven. Alhoewel het jaar 2022 volledig in het teken van verlies staat, ben ik wel van plan dit onderwerp, blogsgewijs, wat af te sluiten.
Schrijven zal altijd een onderdeel van mijn leven zijn. Het heeft voor mij een soort therapeutische werking ook al is niet elke zin dat ik neerpen grammaticaal correct. Ik wil weer over plezantere dingen schrijven eerlijk gezegd.
Het heeft een poosje erg goed gegaan in mijn hoofd. Ik sliep goed, ik vond mijn motivatie in bepaalde zaken terug en ik kon zelfs op gegeven ogenblikken oprecht lachen om dingen. Ik begon me weer druk te maken over dingen die eigenlijk niet zo belangrijk zijn, en mijn typerende “ergernis-aanvallen” waar ik graag es over doordram waren er weer. Who is perfect anyway huh?
Nu, momenteel, en dat is eigenlijk al enkele weken zo hoor, heb ik weer enorme last van dromen. Dromen die extreem realistisch zijn, waarbij ik zelfs geuren kan waarnemen. Die dromen gaan natuurlijk over de 2 belangrijkste mensen in mijn leven die ik verloren heb. Het is quasi altijd zo dat ik wakker kom, van het wekkergeluidje op mijn iPhone, en ik eventjes naar de muur zit te staren en denk van “wat heb ik nu weer gedroomd, … ben ik mentaal wel nog OK?”.
Tuurlijk is het normaal dat ik droom, … over hen. Dat ze realistisch gingen zijn, had ik op voorhand gelezen. John heeft weldegelijk research gedaan. Tuurlijk is het normaal dat ik soms niet goed weet wat ik van mijn dromen moet denken. Tuurlijk is het een normaal onderdeel van de rouwfase en alles wat ik gelezen heb over rouwen klopt, ook al is het voor iedereen anders natuurlijk. Ik ben al zodanig kwaad geweest dat ik gerust mijn vuisten tegen de muur had kunnen slaan, en ik ben ook even tot op dat punt gekomen dat ik dat effectief ging doen. Zodanig kwaad, om alles, dat ik simpelweg niet meer helder nadacht. Bepaalde fantasmen duwden me op de rollercoaster. Die fase is, denk ik, voorbij.
Of ik het nu wil of niet, … ik kan niet op voorhand gaan bepalen wat ik concreet wil of zal dromen. Ik tuimel altijd in een bepaalde situatie waarin ik opnieuw de zoon van het gezin speel die weer één of andere kemel heeft geschoten en die een “uitbrander” van vader of moederlief krijg. In mijn dromen vraag ik af en toe hun raad, maar ik krijg telkens hetzelfde antwoord, dat ik zelf moet beslissen.
Ook al zijn die dromen niet zo aangenaam, ergens, en dit klinkt misschien wat raar, ben ik wel dankbaar dat ik ze heb. Het is een signaal, dat ik simpelweg alles aan het verwerken ben en ik stap voor stap de dingen aan het plaatsen ben.
Dromen zijn, … bedrog. Maar eigenlijk bewijzen ze je ook een dienst.
Maar dat is de conclusie dat ik meestal later maak.