Een vervolgverhaal op een schrijfsel van bijna 2 jaar geleden. Na een zware, maar noodzakelijke, ingreep op mijn wagen medio september 2022, ging het een hele tijd betrekkelijk goed. Buiten eens een nieuw lampje en wat olie waren er eigenlijk geen noemenswaardige échte mankementen te melden. Een herstelling dat ik wat had zien aankomen en letterlijk heb aangevoeld tikte echter figuurlijk gesproken op mijn schouder. John wist hoe laat het was, en moest daarvoor niet op de klok kijken.

Toen ik mijn Škoda Superb tweedehands kocht in 2016 stonden er 90.000 km op de teller. De auto was toen al 7 jaar oud, wat eigenlijk concreet wou betekenen dat de vorige eigenaars er eigenlijk bitter weinig km’s mee hadden gereden. Een “gouwe ouwe”, zoals ze in het Hollands zo sappig vertellen, met een 1.9 TDI is écht gemaakt om lange afstanden te rijden. Als ik de garagist mag geloven is het nog de laatste serie van wagen die écht betrouwbaar zijn, als het op de motorisering en mekaniek aankomt. Alle redenen om hem te geloven hoor, want mijn wagen bolt als een trein en toegegeven, ik rij er erg graag mee. Wetende dat ik eigenlijk altijd al met een Diesel wagen heb gereden was de keuze destijds een tikkeltje voorspelbaar. Als je ook weet dat ik dezerdagen ongeveer 80 km per dag afleg was mijn keuze in 2016 niet zo onlogisch, zou ik zo zeggen zou ik zo … 🙂

Doch, de tijden zijn anno 2024 verandert. De dieselwagen wordt wat gestigmatiseerd, en iedereen loopt warm van ecologie. Nu ja, ecologie, als je mijn mening zou vragen over LEZ (Lage Emissie Zones), dan is het vrij duidelijk dat het eigenlijk niet bepaald over het milieu gaat. Ik ben zeker en vast geen klimaatontkenner, maar als het over LEZ gaat, dat kan ik alleen maar de conclusie maken dat het een verborgen belasting is van de betreffende gemeenten. Think about it. Als je betaald, … is het voor het milieu prima OK, anders niet. Een beetje een kortzinnige redenatie van me misschien maar … sta me toch eventjes toe … *John haalt zijn schouders op*

Maar goed, mijn Škoda Superb uit 2009 dus. Het ding rijdt na al die jaren nog bijzonder goed. Met een gemiddeld verbruik van ongeveer 5.8/100 km is dit voor dit type wagen simpelweg uitmuntend. Laat ik het maar bekennen, ik ben niet bepaald een snelheidsduivel maar eerder van het gezaperige type. Erg vaak rij ik op de autosnelweg iets van een 110 km/u, met af en toe eens een korte uitschieter van 160 km/u en dan meestal om oprijdend verkeer naar de autosnelweg toe niet in de weg te staan. Laat ik nog maar eens eerlijk zijn, 105 pk is écht niet om mee te stoefen. 🙂

We zijn na aankoop, bijna 8 jaar verder, en de teller staat afgerond op 240.000 km. Dat er wegens de leeftijd en het aantal km’s vroeg of laat kosten de kop zouden opsteken was geen geheim. Ik ken niet écht veel van auto’s hoor, maar de essentiële dingen weet ik wel een beetje. Mijn vorige kost in 2022 was een beetje ongelukkig, maar de kost die zich nu voordeed was eigenlijk vrij voorspelbaar. De koppeling, want ja mijn auto is handgeschakeld, blijft niet eeuwig meegaan en had eigenlijk na 240.000 km best wel zijn best gedaan. Toen ik in eerste versnelling mijn wagen in beweging wou brengen voelde ik wel serieuze vibratie en ook de wagen achteruit parkeren was met momenten een daverende ervaring. De koppeling was volledig versleten, en samen met het bijhorende massavliegwiel wist ik dat het een dure reparatie zou worden.

De garagist bevestigde me dat het eigenlijk vrij normaal was na een dergelijke km stand, en dat véél mensen van zodra er iets van kosten aan al dan niet een recente wagen komen, al meteen een nieuwe durven aankopen. Véél mensen veranderen om de 4 jaar van wagen moet je weten, en ik heb dit eigenlijk altijd een beetje … onnozel … gevonden. Op dat vlak deel ik dus de mening van mijn garagist en ook al zou je kunnen denken dat hij het ergens vanuit commerçiële overweging het me zo een beetje aanpraat, dan moet ik toch bekennen dat ik dezelfde mening als hem heb.

Nu, eerlijkheidshalve, … even stond ik in de verleiding om te denken van “laat ik gewoon een nieuwe aankopen” … maar mijn garagist drukte me opnieuw op het hart dat dit zeker en vast nog niet aan de orde was. “Rij er maar zo lang mee als mogelijk John, zo een goede auto ga je nooit meer hebben” … dat waren letterijk zijn woorden. Dus was de beslissing, ook dankzij mijn eenvoudige verstand, er vrij vlug om toch maar in het kader van “de latste sleete” te investeren in een nieuwe koppeling en bijhorende rotzooi.

Het valt me dus wel op dat héél wat mensen meteen de redenatie voor mij maken, wanneer ik hen informeer, dat ik een foute beslissing ga maken. Ik vraag me dan altijd af waarom dit concreet fout is. Akkoord, mocht ik om de 3 maanden aan dergelijke kosten liggen, dan zou ik die conclussie ook maken hoor, ik ben niet achterlijk. Maar als het om kosten gaat die voortkomen uit de leeftijd en die na herstelling perfect opgelost zijn, dan zie ik eigenlijk geen enkele reden om zo maar te vervangen. Een nieuwe wagen kost al gauw min. 30.000 euro, en het geld groeit niet op mijn rug moet je weten. Zoals ik al schreef is een “moneypit situatie” zeker en vast geen goed idee, maar in normale omstandigheden is vervangen een beetje absurd. Ik vraag me zelfs af of het wel ecologisch zou zijn? 🙂

Kortom, John heeft geïnvesteerd in duurzaamheid, en is na een rit van ongeveer 25 minuten, … zeer tevreden. Het sappige West-Vlaamse spreekwoord zegt nog altijd dat je “de latste sleete edde voe niet” … en eigenlijk is dit zeker en vast waar.


Bron afbeelding: WikiPedia

Doe mee met de conversatie

1 reactie

  1. Ok super dat je nog altijd met je gouwe ouwe rijd en hopelijk nog enkele jaren erbij kan doen zonder al teveel kosten grtjs en hou het veilig

Geef een reactie

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.