Ik kan me nog voor de dag halen dat mijn ouders destijds mij een computer gaven. Een oude grijze 2de hands bak met zo een oranje monochroom scherm dat een hels blazend lawaai maakte. Het ding had 2 diskette stations, eentje voor kleine floppy’s en eentje voor de nog oudere grote vrij buigbare floppy’s. Een CD-writer, laat staan DVD-writer, bestond toen simpelweg nog niet. Haast niemand buiten lezers van mijn leeftijd, of ouder, zal dit nog herinneren.
Het ding functioneerde op MS-DOS… god weet welke versie, met WordPerfect 5.x. Elke avond, of toch bijna elke avond, was ik bezig met mijn handgeschreven cursusbladen in te voeren in dat programma. Ik schrijf soms met een gebroken hand, als je begrijpt wat ik bedoel, en op die manier was ik toch spelenderwijs met mijn cursus bezig. Een echte student ben ik nooit geweest, dus ik moest het toch een beetje plezant maken, met het risico natuurlijk dat ik als nerd werd beschouwd. Met codes je tekst markeren met idem monochrome kleuren om dan te merken als het uit de printer rolde, je het effectief goed had gedaan. Zalig! In die tijd waren er zelfs speciale plastic keyboard-overlays als geheugensteuntje om de codes toch maar correct in te geven. Yes, those were the days.
Een paar jaar later had ik mijn eerste échte PC. Eentje dat oorspronkelijk met Windows 3.11 was geladen en na de upgrade naar Windows 95, nog amper functioneerde qua snelheid. Daar ontdekte ik mijn grote interesse voor wat ik doe, “tekstverwerking”. Ik had nog geen idee wat “Desktop Publishing” eigenlijk was. Ik kende zelfs die naam niet, en als je weet dat de term zelf nog relatief jong is, qua beroep, dan is dat geen totale verrassing.
Het ging em in eerste instantie gewoon om de magie van “kijk, ik klik hierop, en dan gebeurt er dit”. Dat vond ik simpelweg geniaal. Door die innerlijke magie dat ik voelde, kon ik de zaken ook best goed onthouden. Knoeien met Microsoft Works, en later met Microsoft Word werden wat mijn leefwereld. Want ja, dat laatste programma kregen we op school. Microsoft Office in het algemeen is en blijft toch wel de dominante factor naar het bedrijfsleven toe. De lessen “dactylografie”, waar ik in eerste instantie een bloedhekel aan had en écht niet goed kon, werd dankzij mijn ouders met de nodige dril van hun kant uit, opeens iets wat ik wél graag deed. qsdf jklm, … qsdf jklm … ik heb die 4 tekens met de spatie achteraf haast miljarden keren moeten tikken, en op termijn kwam het haast de melodie van een liedje.
Die cursussen waar ik het daarnet over had, tikte ik nog altijd netjes uit, met 10 vingers deze keer. Gelukkig niet meer in het saaie “courier-typewriter-font” van WordPerfect 5.x, maar met klassieke fonts zoals Times New Roman, Arial en Trebuchet. Via klasgenoten had ik het font “Souvenir” ter mijn beschikking meegekregen op zo een 1,44 MB diskette, en dat werd mijn persoonlijke huisstijlfont. Ik kan me nog voor de dag halen dat ik quasi al mijn eindwerken in dat font heb gegoten. Mijn god, wat was ik simpel destijds.
Enige tijd later ontdekte ik de Apple computer. Toen, en nu nog trouwens, is dit type computer dé dominante factor in de grafische wereld. Nu ja, even nuanceren, de grafische wereld is méér dan beeldbewerking, tekstverwerking en digitaal tekenen. Maar inzake Desktop Publishing wordt het platform nog altijd met volle overtuiging als het enige en absolute systeem aanzien. Boys and their toys,… right?
MAAR,… Apple computers kosten geld, véél geld. In mijn jonge jaren heb ik vaak genoeg discussies gevoerd met makkers op café, en telkens kwam ik tot de conclusie dat je de wedstrijd altijd verliest als je over het prijskaartje begint. Dat is nu nog zo, de virtuele oorlog tussen PC guys en Mac noobies. Some things,… will never change.
Anyway, toen ik eindelijk aan de slag kon in de sector waar ik altijd heb willen werken voelde ik mij thuis, ik deed, … wat ik graag deed. Jaren gingen voorbij, en toen,… was die passie over. Als een kanker was het in me gekropen en had het de liefde gewurgd. Ik voelde me slecht, letterlijk héél slecht en ik wou op een bepaald moment, een complete, totale verandering. Ik wist alleen niet hoe. Mensen hadden me de deur aangewezen, maar ik weigerde door die deur te gaan. Jaren aan een stuk spookte die gedachte in mijn hoofd, en toen dacht ik aan een filmpje dat ik ooit van Steve Jobs had gezien op YouTube. Hij had gelijk, donders gelijk, … diep van binnen, onder alle afmattende uitzichtloze rotzooi aan mijn hoofd, deed ik nog altijd graag wat ik deed,… enkel niet meer op de plaats waar ik toen was. En ik begreep.
Dus, nam ik een radicale beslissing, een beslissing waar ik lang heb over getwijfeld. Een sprong zonder valscherm. Uit schrik voor het onbekende, uit twijfel voor wat de toekomst zou kunnen brengen, of juist niet meer zou brengen. Op een koele dag, nam ik die beslissing. Je kunt stellen dat ik op een kruispunt was gekomen waarbij de welbekende catchphrase “should I stay or should I go” bijzonder goed van toepassing bleek. Ik had een keuze, mensen hebben altijd een keuze, maar zien die niet altijd. Ik zag die keuze een lange tijd niet, of wilde ze niet zien. Mijn leraar godsdienst vertelde het zo: twijfel leidt tot kennis, je moet gewoon luisteren. Weinig betekend op het moment zelf, … toen, maar van onschatbare waarde, … nu.
We zijn een paar jaar verder, en ik voel de passie weer van destijds. Ik doe opnieuw graag, héél graag zelfs, wat ik doe en de schrik van het onbekende, is omgevormd tot de uitdaging van het onbekende, iets wat ik nooit had durven voorspellen. It was awful tasting medicine, but I guess the patient needed it.
Een gelukkig nieuwjaar iedereen!
De minst leuke ervaringen in ons leven, leiden vaak naar de mooiste bestemmingen. Mooi om te lezen dat je je passie terug voelt <3