Koetenanche

Het brave mens die een beetje verderop haar volkscafeetje openhoudt, had al enige tijd in het motje dat ik op regelmatige tijdstippen langs haar etablissement passeerde in gezelschap van mijn rugzak.

“Gie goat wok vélé goan werken hé?”, zei de doorwinterde bejaarde cafébazin deze morgen toen ze mij tijdens mijn zoveelste rechtelijnswandeling naar mijn GreenLine weer eens had opgemerkt.  “Joak, iedere dag,…” zei ik op een licht verbaasde, doch vriendelijke (you know me,…) toon.  Het ijs rond de “smalltalk-kennismaking”, zoals je die enkel in een gehucht als deze zal vinden, was gebroken. Deze avond had ik opnieuw een conversatie aan mijn been. Een tweede en meteen iets langere babbel evolueerde naar een aftastend polsen wie die ringbaard kerel met de rugzak eigenlijk was.

Niet geheel verwonderlijk als ik er zo eventjes over nadenk want in een gehucht weet je immers nooit.  Voor hetzelfde geld denken “the locals” dat ik in mijn appartementje bommetjes aan het fabrikeren ben of dat ik één of ander geëmigreerde seriemoordenaar ben die systematisch mensenlijke resten aan het smokkelen is naar zijn wagen.

Met een “Ksin-grafisch-vormgever-van-beroep-antwoord” counterde ik die door mij gefantaseerde denkpiste en beantwoordde ik haar versgestelde vraag die ze zopas met een sappig West-Vlaams accentje op me had afgevuurd.

Ik had natuurlijk (met de puntjes op de i in het achterhoofd) kunnen zeggen dat ik eigenlijk DTP’er was. Maar aangezien ik haar niet de behoefte wou bezorgen om krijsend haar cafédeur vlak voor mijn neus dicht te gooien of om haar in een vlaag van paniek de sjampetter te doen opbellen, heb ik het wijselijk bij dat eerste antwoord gehouden. Mocht ze een cartoonfiguurtje geweest zijn dan had ze bij het horen van mijn antwoord zowiezo een gigantisch vraagteken boven haar hoofd gehad.

“Tleven hier is anders dan int stad eh” deelde ze me nog glimlachend mee toen ze de indicatie gaf dat ze haar rolluiken omlaag wou doen.  Ik  lachte eens vriendelijk en gaf het ietswat cliché antwoord,… “dat valt nog goe mee wèh”.  Vergeef me het cliché, maar had ze een deerne geweest van mijn leeftijd dan ging ik uiteraard iets originelers uit mijn mouw hebben geschud.

“Ne vriendelijke joengne njèh,…” hoorde ik haar nog mompelen tegen haar nog hoger bejaarde man, terwijl ze de deur achter haar sloot en het bordje omdraaide naar “gesloten”.  “joenge, joenge,…??” kwam er tijdens de aftocht naar mijn appartement in het happy gedachtenwolkje boven mijn hoofd,…“komme der wel 31!” 😉

 

Doe mee met de conversatie

2 reacties

  1. Charmeur!! Al de ouwe madammekes van “de geyte”
    aan het verleiden?

  2. Wel, ik had eerder de indruk dat het omgekeerd was! :-/ Gelukkig kan ik nog vlug lopen! *knipoog*

Geef een reactie

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.