“Kalle-met-de-haak”

‘Heel in de verte langs die kant ontwaarden we soms ene ongedaante die er op de oever der beek overeind stond, en naar men ons wijsgemaakt had, moest dit Kalle-met-de-haak zijn, – een soort waternikker die al wie in de nabijheid kwam, met een haak in de beek zou trekken en versmoren’

“De taal van Stijn Streuvels Deel 2. Verklaren woordenboek op de taal van Stijn Streuvels” –  Hurbert Lemeire

***Fieeeeeeeejjjjschschsch… flashback naar mijn jeugd ***

Als jong kereltje groeide ik parttime op tussen 2 boerderijen. En tussen die boerderijen liep een beek. Een beetje verder stond een onoverdekt open betonnen waterreservoir. Vrij diep, en het water leek me altijd zwart te zijn.  Mijn ouders gingen allebei fulltime werken, en ik sleet om praktische redenen mijn dagen bij mijn grootouders. De ene keer was dit vlak aan de rand van het centrum, en de andere keer was dit letterlijk op de boerenbuiten.

Het was de tijd waarin MegaMindy nog met haar pisdoek om het lijf rondkroop en waarbij Danny Verbiest pas 5 jaar later aan zijn hondenleven begon. Als kleine snotaap kon je dus niet anders dan buiten te spelen en de ruimte die beschikbaar was op het platteland te benutten. De voordelen van de boerebuiten is dat je een véél grotere speelhabitat had en dat je dus meer mogelijkheden had om je te vermaken.  Rondcrossen met de speelgoedtraktor, je knieën met modder besmeuren om dan vervolgens een tik tegen je oren te krijgen omdat je je mooie kleren had vuilgemaakt,…. those were the days!

Mijn grootouders echter hebben me als 6 jarige erg bang gemaakt zodat ik nooit bij die beek of waterreservoir speelde. “Niet in de buurt van de beek spelen of aan de rand van het waterreservoir staan, of Kalle met de haak zal je komen halen!”. Volgens mijn grootouders zou die mij meesleuren met een grote scherpe haak en zou ik een verschrikklijke verdrinkingsdood sterven als ik ongehoorzaam was  Doodsbang ben ik  daarom altijd een halve km van de beek blijven spelen en heb ik nooit of te nimmer bij het waterreseroir gekomen zonder volwassene. Omdat men in het WestVlaams het woord “Kalle” eigenlijk uitsprak als ” Kolle”, dacht ik altijd dat het een oude man ging die in het water leefde.

***Fieeeeeeeejjjjschschsch… back to the present ***

Het brein van een kind is verschrikkelijk manipuleerbaar. Uiteraard zou, volgens mijn brein nu, “meneer Kalle” multifunctioneel moeten zijn geweest om zowel in de beek als in het waterreservoir op de loer te kunnen liggen. Ik vraag me zelfs af hoe de arme man het kille winterweer zou overleefd hebben als het -5°C vroor.

Als ik er nu als volwassen mansmens op nagoogle dan ontdekte ik tijdens het schrijven van deze post dat de figuur waarover mijn grootouders het eigenlijk hadden weldegelijk “bestond”.  Nuja, “Kalle/Kolle met de haak” is uiteraard een mythisch, doch vrouwelijk figuur die “in den ouden tijd” in de volksmond wel vaker opdook, maar waarvan er eigenlijk bitter weinig over te vinden is. Het is een legende waarvan de bedoeling wel duidelijk was, doch de oorsprong ervan is mij tot op heden onbekend en intrigeert me nog altijd. Het heeft immers mijn leven gered en ik vind het spijtig dat de legende van “Kalle-met-de-haak” aan het uitsterven is.

In het kader van de filosofie… nog eventjes melden dat men in het hedendaagse West-Vlaamse dialect het woord “Kalle” nog altijd gebruikt.

Als men zegt: “Tis a kalle van a vroumins”, dan wil dit vrij vertaald betekenen “het is een feeks/bitch/heks van een vrouw”, en is dit niet bepaald positief. In mooi beschaafd (sprookjes)Nederlands gebruikt men wel vaker het woord “toverkol” als synoniem voor “heks” en kan je dus gemakkelijk afleiden dat “kol” en “kalle” eigenlijk een gelijke betekenis hebben.

Weer een reden meer dus om te geloven dat “Kalle-met-de-haak”,… “Heks met een haak”, een vrouw “was”, maar daar lag ik als “melktandeigenaar” toen niet van wakker! 😉  Nu hoop ik enkel en alleen dat nooit iemand er een slash ’n horror film van maakt, want dat zou oneerbiedig zijn. Nog een beetje extra meer info vind je hier trouwens.

De mythe/legende van “Kalle-met-de-haak” in de kunstwereld

Kalle met de haak, zo word ik genoemd, maar dat is niet de naam
die ik bij mij geboorte kreeg, het is niet de naam waarmee ik werd geroepen
als het eten klaar was of met Katjeduk. Ik heet Marie, 

Ik ben geboren aan de Ballingenweg, ik heb daar 16 jaar gewood.
Zonder haak ben ik gewoon een oude vrouw die zich nogal lang
niet heeft gewassen. De eerste jaren dacht ik: het is een pauze. 

Een pauze van mijn leven, zoals mijn leven is bedoeld. Op een dag
zal ik weer schoon zijn, zuiver als het zaaischort van mijn vader, wit,
omdat dat het vlas later ook wit zou zijn.

Ik voel me als de stad waarin ik ben geboren. Ze is kern-vrij –
ze wordt doorkruist door een rivier, een grote weg, een spoorweg.
Je wacht tot ze begint, en dan is ze voorbij. De pijn die mij doorkruist

is groter dan mijn schaamte over dat ik nooit meer schoon zal zijn
al ging ik duizend keer in bad. Daarom heb ik die haak. Ik wil niet
dat je dichtbij komt. Ik heb liever dat je je Marie herrinert

en dat Kalle iemand anders is. 

Tjitske Jansen

Eerbetoon aan “Kalle-met-de-haak”. Kunstwerk door Stefaan Roelstraete // Kallemoeieput, Vichte – 2002

Doe mee met de conversatie

4 reacties

  1. Beste John,
    Ik ken je niet maar kwam toevallig op je blog terecht. Alleen maar om te zeggen dat de Nederlandse dichteres Tjitske Jansen volgend jaar een gedicht publiceert met de titel ‘Kalle’. Ze schreef het gedicht voor de organisatoren van de Dag van het Woord in Harelbeke, nadat ze verschillende senioren had gesproken.
    Vriendelijke groeten
    Jan Van Herreweghe

  2. Zondag laatst vertelt in Krombeke, en daar vertelde mij iemand over Kolle met de haak. Was geïnteresseerd, en als westhoek verteller vind ik het geweldig interessant, om dit verhaal eventueel te gebruiken.

  3. Het is inderdaad één van de (weinige) mytische figuren die de Westhoek rijk is. In mijn kinderogen associeerde ik het altijd met angst, maar uiteindelijk was het een vorm van bescherming. Ik geloof zelfs niet dat er zo héél erg veel zijn. Anno 2012 hoor je niet zo héél erg vaak meer over deze figuur spreken en ik vraag me zelfs af of de hedendaagse jeugd het verhaal zou slikken. Ik heb geen flauw idee waar de oorsprong uiteindelijk vandaan komt, maar het is zeker en vast eens interessant om erover na te denken. Gebruik het verhaal dus maar gerust zou ik zeggen, en bedankt! 🙂

  4. Bedankt John, eindelijk terug op de blog. Ik zal het verhaal ooit wel eens gebruiken. En nu je het zegt, toen ik een klein opdondertje was, dat moet zo’n 4 jaar ongeveer geweest zijn, ben ik met mijn driewieler in de Warandestraat in Heule tot aan de Heulebeek gereden, en ja nu herinner ik mij dat mijn ouders dat ook tegen me zegden, toen ik uiteindelijk gevonden werd. Moeder in tranen ” E mo Jowantje worom ziej gie nu weggelopn?” en ik : “Mo k benneu ‘k ik nie weggelopn, benneu ‘k ik weggereen…

Geef een reactie

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.